Het rapport, dat op maandag 11 augustus is gepubliceerd, laat zien dat slachtoffers van geweld geen vertrouwen hebben in het rechtssysteem. Volgens het rapport wordt 72 procent van alle gevallen van fysiek en seksueel geweld tegen vrouwen niet gemeld.
Wamaitha Kimani, directeur van IJM Oeganda, benadrukte de ernst van de bevindingen en verklaarde: “Dit zijn niet zomaar cijfers. Ze vertegenwoordigen de werkelijke ervaringen van vrouwen en kinderen in onze huizen en gemeenschappen.” Ze riep op tot dringende maatregelen om ervoor te zorgen dat het strafrechtelijk systeem ‘responsief, betrouwbaar en toegankelijk’ is.
Het rapport, dat is gebaseerd op een onderzoek van het International Research Consortium, meet vier kerngebieden: hoe vaak huiselijk geweld en seksueel geweld tegen kinderen voorkomt; het vertrouwen van slachtoffers in het rechtssysteem; het vertrouwen van belanghebbenden in het systeem; en de prestaties van belangrijke strafrechtelijke instanties.
De belangrijkste bevindingen van het rapport zijn:
- Huiselijk geweld: 55 procent van de vrouwen die ooit een partner hebben gehad, is in hun leven slachtoffer geweest van fysiek en/of seksueel geweld.
- Seksueel geweld tegen kinderen: 58,6 procent van de Oegandese kinderen heeft seksueel misbruik meegemaakt. Uit het rapport blijkt dat de daders vaak naaste familieleden en vrienden zijn, en dat meisjes drie keer zoveel kans hebben om slachtoffer te worden dan jongens.
- Lage aangiftegraad: Slechts 12 procent van de gevallen van huiselijk geweld werd gemeld bij strafrechtelijke instanties. Factoren die hieraan bijdragen zijn onder meer stigmatisering, angst voor vergelding, normalisering van misbruik en een laag vertrouwen in het systeem.
- Weinig vertrouwen: Slechts 6 procent van de belanghebbenden had vertrouwen in de volledige strafrechtelijke keten – politie, openbaar ministerie en rechtbanken – om gevallen van geweld effectief te behandelen.
- Prestaties van het rechtssysteem: Hoewel de meeste gevallen (98 procent) tot arrestaties leidden, werd bijna de helft van alle onderzoeken gesloten of stilgelegd, vaak als gevolg van inmenging of informele schikkingen.
Lillian Acen, voorzitter van de Oegandese afdeling van het Global Survivor Network, een beweging die zich inzet voor geweldloze gemeenschappen, drong er bij justitiële instanties op aan hun mandaat om vrouwen en kinderen te beschermen na te komen. Zij wees op belemmeringen, zoals het feit dat slachtoffers moeten betalen voor politieformulieren en vertragingen bij de afhandeling van zaken.
Acen riep op tot het uitrusten en opleiden van justitiële actoren in traumagerichte zorg en tot meer dialoog met de gemeenschap om mensen bewust te maken en slachtoffers weerbaarder te maken. Ze benadrukte de noodzaak van snelle actie en verklaarde: “Iemand kan worden vermoord in de tijd dat er vertraging optreedt... De dader moet onmiddellijk voor de rechter worden gebracht.”
Het rapport beveelt een gezamenlijke inspanning aan van actoren uit het strafrechtelijk apparaat, het maatschappelijk middenveld, lokale leiders en gemeenschappen om de wet te handhaven en kwetsbare vrouwen en kinderen te beschermen.
In Oeganda is IJM sinds 2004 actief. Haar doel daar is om 24 miljoen vrouwen en kinderen te beschermen tegen geweld en bij te dragen aan de wereldwijde missie om 500 miljoen kwetsbare mensen meetbaar te beschermen. IJM past hiervoor haar beschermingsmodel toe, dat gericht is op het versterken van het rechtssysteem zodat gerechtigheid bereikbaar wordt voor slachtoffers.
IJM streeft ernaar slachtoffers te bevrijden uit geweldsituaties, traumazorg te geven en staat autoriteiten bij om rechtssystemen te versterken en daders te vervolgen. Het onafhankelijk onderzoek van het International Research Consortium brengt de huidige situatie in kaart. De resultaten van IJM’s programma in Oeganda worden in 2030 getoetst aan de bevindingen van het IRC.

Foto: spelende kinderen in Oeganda. De foto is bedoeld ter illustratie; er is geen informatie dat zij slachtoffer zijn van geweld.