In Zuid-Azië zijn 22 arbeiders bevrijd die werden uitgebuit op een suikerrietplantage. Onder hen was een hoogzwangere vrouw - een dag na de bevrijding beviel zij van haar kindje.

De eigenaar had hen drie jaar lang uitgebuit: hij lokte de gezinnen met voorschotten van 20.000 roepies (zo'n 210 euro), hield hen gevangen en dwong hen tot zware arbeid. De arbeiders mochten het terrein niet verlaten, kregen alleen wat pap te eten, werden vernederd en geslagen met suikerrietstengels. Zelfs de zwangere vrouw werd gedwongen door te werken, zonder enige medische zorg.

Een lokale partner van IJM meldde de misstanden bij de overheid. Helaas had de eigenaar goede contacten met enkele laaggeplaatste ambtenaren. Via hen hoorde hij dat er een inspectie werd voorbereid. Daarop mishandelde hij de arbeiders en joeg ze weg. Toen er op 18 augustus 2025 een inspectie plaatsvond, deed de eigenaar alsof hij helemaal geen arbeiders had.

De medewerkers van onze partner-NGO weigerden echter op te geven en brachten twee hoge autoriteiten in het district op de hoogte van de mislukte reddingsoperatie en verzochten hen om in te grijpen. De hoogste autoriteit in het district gaf toen opdracht om een uitgebreid onderzoek naar de zaak in te stellen.

Op dezelfde dag spoorden lokale autoriteiten de arbeiders op en vonden hen in hun geboortedorp, ongeveer 58 kilometer verderop. De arbeiders vertelden over de uitbuiting, dwangarbeid en het geweld. De autoriteiten gaven hen vrijheidscertificaten, die hen officieel vrij verklaren van de eigenaar. Ook begonnen ze een gerechtelijke procedure tegen de plantage-eigenaar vanwege dwangarbeid en mensenhandel. Onze partner-NGO ziet erop toe dat hij vervolgd wordt en biedt de slachtoffers nazorg en begeleiding om hun leven weer op te bouwen.