Zijn verhaal begon in 2017. Kaliban zat in groep 8 van de basisschool. Op weg naar school lokte een man, genaamd Murugan, hem met beloften van geld. Hij nam hem mee naar een grote stad, een reis van maar liefst 450 kilometer. Daar dwong hij Kabilan eerst om zakken te rollen, om hem daarna te verkopen aan de eigenaar van een snoepwarenfabriek.
Daar moest Kabilan van 6 uur ’s morgens tot 11 uur ’s avonds werken, als enige kind tussen de volwassen arbeiders. Hij moest ingrediënten sorteren, snacks verpakken, dozen tillen en ander zwaar werk doen. Als de eigenaar vond dat hij niet hard genoeg werkte, schold die hem de huid vol.
Tegen een medewerker van IJM zei Kabilan: ‘Ik voelde mij wanhopig en wilde ontsnappen. Alleen de omgeving was onbekend voor mij. Ik was bang dat iemand anders mij zou ontvoeren. Ik gaf het op om te willen ontsnappen en accepteerde wat er met mij gebeurd was. Lange tijd was ik in shock.’
Kabilan’s ouders zochten hem in huizen van elke bekende en elke mogelijke plek in hun omgeving. Ze gaven hun zoon als vermist op bij de politie en hingen briefjes op in de wijde omtrek – maar nergens vonden ze een teken van leven van Kaliban.

Kabilan (midden) met zijn vader en moeder
Toen de politie geen actie ondernam, hielpen IJM en lokale partners de ouders om een verzoek in te dienen bij een hooggerechtshof om zo hun kind terug te krijgen. Dit bracht de lokale autoriteiten in beweging. De zaak kreeg hogere prioriteit en werd opgepakt door een speciale onderzoekseenheid, wat uiteindelijk tot een doorbraak leidde. Op 1 januari 2018 vonden de lokale autoriteiten Kabilan in de snoepwarenfabriek en brachten hem in veiligheid.
Zijn moeder vertelde later aan IJM: ‘We brachten vele dagen, zelfs nachten, door op de weg op zoek naar onze zoon. Een jaar lang zaten we vol pijn en zorgen om hem. Tot de politie ons opriep om onze zoon te ontmoeten. We vreesden dat het de zoveelste ondervraging zou zijn. We wachtten, heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. Tot een functionaris ons met een glimlach binnenriep. Die glimlach! Ik wist dat mijn zoon gevonden was! Ik herinner met nog steeds dat moment van opluchting. Eindelijk was er een einde gekomen aan onze lange strijd.’
De autoriteiten dienden officiële aanklachten in tegen Murugan en Pandi, de eigenaar van de fabriek waar Kabilan was uitgebuit. Survivor-leiders spraken zich uit om de zaak te bespoedigen.
Tijdens het rechtsproces spraken 47 getuigen zich uit. Dit leidde er uiteindelijk toe dat de rechtbank de twee beschuldigden veroordeelden. Ze werden respectievelijk veroordeeld tot 16 jaar en 10 jaar gevangenisstraf. Dit is de zwaarste veroordeling ooit voor gedwongen arbeid in het Zuid-Aziatische land. Beide veroordeelden moeten ook een geldboete betalen van omgerekend zo’n 1200 euro.
De beschuldigde fabriekseigenaar Pandi was tijdens het proces voortvluchtig, maar werd later gearresteerd en vastgezet nadat er een arrestatiebevel was uitgevaardigd na zijn veroordeling.
‘Deze veroordeling is veel meer dan een juridische overwinning,’ vertelt een lokale leider van IJM. ‘Het is een getuigenis van de volharding, samenwerking en onwankelbare vastberadenheid van iedere betrokkene die weigerde het recht van één kind op gerechtigheid op te geven.’
Na zijn bevrijding, keerde Kabilan terug naar zijn familie en ontving steun van een lokale IJM-partner en de overheid om zijn school te vervolgen. Ook kreeg hij een vrijheidscertificaat, waarmee hij formeel is aangemerkt als survivor van gedwongen arbeid en wettelijk recht heeft op langdurige steun. Onze lokale partner ondersteunde hem ook met psychosociale zorg en juridische hulp tijdens de rechtszaak.
‘Het trauma ging zo diep dat ik niet eens wist hoe ik moest reageren toen ik mijn ouders ontmoette,’ herinnert Kabilan zich. ‘Ik voelde mij verdoofd en bang.’
‘Mijn zoon is sterk,’ zegt zijn trotse moeder. ‘Hij heeft veel kritiek over zich heen gekregen, zelfs na zijn bevrijding. Lange tijd zeiden veel mensen in ons dorp – zelfs zijn klasgenoten – dat hij zelf van huis was weggelopen. Ze erkenden niet dat hij een survivor was van gedwongen arbeid. Dat heeft mijn zoon allemaal verdragen. Hij bleef naar school gaan en behaalde zijn diploma met mooie cijfers.’
Met deze hulp zit Kabilan nu in het tweede jaar van een bachelor-opleiding. Later wil hij werken bij de overheid of de politie. Hij zegt: ‘Ik wil net zo worden als de functionarissen die mij hebben bevrijd!’

Onlangs had hij een ontmoeting met de hoofdrechter van de districtsrechtbank (foto) die hem aanmoedigde om een juridische carrière te beginnen. Ook gaf hij Kabilan de biografie van Malala Yousafzai, een Pakistaanse kinderrechtenactiviste, cadeau. ‘Jij doet met aan haar denken,’ zei de rechter tegen Kabilan. ‘Ook zij is iemand die heel krachtig opstond, nadat zij met immense moeilijkheden had te strijden. Ik wens je alle goeds toe in de toekomst. Als je ooit hulp nodig hebt, neem asjeblieft contact op met ons.’
Zijn moeder is heel dankbaar voor de uitspraak van de rechter, waarmee haar zoon is recht gedaan. ‘Wij zijn heel dankbaar. De daders verdienen deze straf. Moge deze uitspraak een waarschuwing zijn voor anderen die zich bezighouden met kinderhandel en families met ondraaglijke pijn achterlaten. De dag dat we hoorden van de veroordeling was de gelukkigste dag van ons leven. We gingen de hele buurt door met het bericht in de media over de veroordeling. Iedereen vierde met ons mee. We zullen voor altijd dankbaar zijn.’