Twee jonge kinderen bevrijd van slavernij in Ghana dankzij groep survivors
Gedwongen slavenarbeidJerry, leider van een survivornetwerk, kreeg een telefoontje van een wanhopige vader wiens kinderen werden uitgebuit als slaaf. Mede dankzij een training van IJM kwamen Jerry en de lokale autoriteiten snel in actie.
Begin dit jaar werkten IJM en partnerorganisatie United Way samen aan een reeks trainingen over onder andere mensenhandel en de kracht van storytelling. De trainingen werden gegeven aan lokale autoriteiten en leden van het survivornetwerk Courageous Crew.
Een paar maanden later kreeg Jerry, voorzitter van Courageous Crew, een telefoontje. Aan de andere kant van de lijn klonk de wanhopige stem van een vader die vertelde over zijn twee jonge kinderen. Zij werden door hun oma gebruikt om in de visserij rond het Voltameer te werken. De vader had gehoord over het werk van Jerry en de Courageous Crew en hoopte dat zij konden helpen bij het bevrijden van de kinderen, die op het punt stonden via hun stad naar een gemeenschap aan het meer te worden vervoerd. Hij deelde foto’s en namen van de kinderen.
Zonder aarzelen nam Jerry contact op met zijn collega’s, waaronder Kwaku Kamal en de vicevoorzitter van de Courageous Crew, Hayford. Samen gingen ze meteen aan de slag. Hun zoektocht begon bij het plaatselijke busstation, waarvandaan veel kinderen naar de gemeenschappen aan het meer vertrekken. Maar bij aankomst was er geen spoor van de kinderen. Ze ontdekten dat de bus ‘s avonds zou vertrekken en dat de kaartjes al waren verkocht. Jerry’s onderzoek leidde hen naar een chauffeur die bevestigde dat de oma van de kinderen ook kaartjes had gekocht. Ze was naar een nabijgelegen stad gereisd om wat spullen voor de reis te halen.
Toen de avond naderde, verzamelde de Courageous Crew zich bij het busstation om op de vrouw met de kinderen te wachten. Toen ze met de kinderen verscheen, vertelden Jerry en de anderen over de zorgen die ze hadden over de kinderen.
De oma zei dat ze naar haar dorp gingen en op tijd terug zouden zijn voor de school zou beginnen. Deze verklaring nam Jerry’s zorgen niet weg. Jerry: “De kinderen waren nog zo jong, ik vroeg één van hen naar school en hij bevestigde dat hij graag naar school gebracht wilde worden. Als de kinderen al op school zaten, zouden ze niet bevestigend hebben gereageerd op mijn aanbod om ze naar school te brengen.”
Jerry herinnerde hun oma aan de wens van de vader dat de kinderen onderwijs zouden krijgen en vroeg waarom ze de kinderen naar het meer wilde brengen. Uit haar antwoorden werd al snel duidelijk dat ze de kinderen uitbuitte en ze voor haar levensonderhoud bij het vissen betrok.
Jerry en zijn team drongen aan op het welzijn van de kinderen en hun recht op onderwijs. Toen herkenden de kinderen een lid van de Courageous Crew, Kwaku Kamal, en riepen zijn naam: “Bro Kwaku!” Het bleek dat hij familie van hun vader was. De kinderen renden naar hem toe. De jongste van de kinderen was nog maar 7.
Toen de kinderen onder de hoede waren van Courageous Crew, schakelde de groep de plaatselijke politie in. Ze vertelden het verhaal van de kinderen aan een agent die eerder een training van het Ghana Survivor Network had gevolgd.
Actie nodig
Inmiddels zijn de kinderen ingeschreven op school onder de voogdij van hun familielid ‘Bro Kwaku’, wat hun vader veiliger vond dan ze naar de vissersgemeenschap te brengen waar hij woonde. De kinderen hebben uniformen gekregen en andere schoolbenodigdheden van de lokale partners van IJM Ghana.
Kinderhandel is een diepgeworteld probleem in de gemeenschappen rond het Voltameer, maar dappere mensen zoals de leden van de Courageous Crew maken een verschil. Volgens Jerry zijn de trainingen van het Ghana Survivor Network cruciaal geweest in het streven naar gerechtigheid en verandering.
“We dringen er bij al onze regerings- en gemeenschapsleiders op aan om zich uit te spreken over kinderhandel,” zei Jerry. “Het komt veel voor in onze gemeenschap, kinderen worden verkocht als slaven. We roepen de regering en alle leiders op om de politie te steunen om al onze broeders en zusters die verhandeld zijn te bevrijden. Ze doen veel zwaar werk, werk dat niet voor kinderen is. Ze moeten survivors helpen om ertegen te vechten en er een einde aan te maken.”